Het slapend dienstverband en de compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Dormant employment agreements and the Compensation scheme for statutory severance in case of long-term sickness
Content Type Article, Case law
Language Dutch

Overview

In 2019 oordeelde de Hoge Raad in de Xella-beschikking dat werkgevers op grond van goed werkgeverschap in beginsel gehouden zijn in te stemmen met beëindiging van een slapend dienstverband onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding (ook wel de Xella-vergoeding genoemd). In dit blogbericht bespreken wij waar werkgevers op moeten letten bij het doen van een aanvraag ter compensatie van deze Xella-vergoeding.

Inleiding: de Xella-beschikking

In de Xella-beschikking1 overwoog de Hoge Raad  kort gezegd dat, indien is voldaan aan de wettelijke vereisten voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, werkgevers op grond van goed werkgeverschap in beginsel gehouden zijn om in te stemmen met beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding (de Xella-vergoeding). Deze Xella-vergoeding hoeft volgens de Hoge Raad niet meer te bedragen dan hetgeen aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst zou kunnen (doen) beëindigen (normaliter na afloop van de twee jaar wachttijd). Als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst, dan is de werkgever niet gehouden in te stemmen met een dergelijk voorstel van de werknemer, aldus de Hoge Raad. Zo’n belang kan bijvoorbeeld gelegen zijn in reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer. Zo’n belang kan volgens de Hoge Raad echter niet gelegen zijn in de omstandigheid dat de werknemer op het moment dat hij zijn beëindigingsvoorstel doet de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt.

Eerder schreven wij al een blogbericht over dit oordeel van de Hoge Raad (zie hier). Hieronder bespreken wij waarom de Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid een belangrijke rol speelt in het kader van de Xella-beschikking en bespreken wij waar werkgevers op moeten letten bij het doen van een aanvraag ter compensatie van de Xella-vergoeding.

Lagere rechtspraak: compensatie is key

In de Xella-beschikking van de Hoge Raad ligt de cruciale overweging besloten dat de wetgever een einde wenste te maken aan het verschijnsel van “slapende dienstverbanden”, nu werkgevers deze veelal in stand hielden ter voorkoming van betaling van een transitievergoeding. Om deze ‘constructie’ te ontmoedigen geldt er sinds 1 april 2020 een wettelijke compensatieregeling, op grond waarvan werkgevers aanspraak kunnen maken op compensatie door het UWV voor betaalde (transitie)vergoedingen bij langdurige arbeidsongeschiktheid.

Over de reikwijdte van de Xella-beschikking is in de lagere rechtspraak regelmatig gedebatteerd. De heersende lijn in de lagere rechtspraak lijkt te zijn dat werkgevers in beginsel verplicht zijn in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van het slapend dienstverband onder toekenning van de  Xella-vergoeding, indien deze vergoeding voor compensatie door het UWV in aanmerking komt.2 Compensatie lijkt daarmee key te zijn voor de verschuldigdheid van de Xella-vergoeding.

*Update: op 11 november 2022 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat dat de Xella-norm ook geldt voor diepslapers en semi-diepslapers, omdat de werkgever ook in die gevallen aanspraak kan maken op compensatie door het UWV. Zie hier onze nieuwe blog daarover.*

In dat kader is het nuttig om te bezien waar werkgevers rekening mee moeten houden bij het doen van een aanvraag tot compensatie, hetgeen wij hieronder bespreken.

Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

De wettelijke basis van de Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid is neergelegd in artikel 7:673e BW. De Compensatieregeling maakt geen onderscheid naar de duur van het dienstverband (bepaalde tijd of onbepaalde tijd) en de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Op de website van het UWV kan meer informatie worden gevonden over de aanvraag. Ook kan hier de aanvraag worden gedaan.

Hieronder bespreken wij achtereenvolgens (i) de voorwaarden voor toekenning van de compensatie, (ii) de aanvraagtermijn, (iii) de digitale aanvraagprocedure en (iv) de maximumhoogte van de compensatie.

(i) Voorwaarden

De belangrijkste voorwaarden om in aanmerking te komen voor compensatie zijn:

  • de werknemer is wegens ziekte of gebreken niet meer in staat de bedongen arbeid te verrichten;
     
  • de periode van het opzegverbod tijdens ziekte is verstreken;
     
  • de werknemer is ziek uit dienst gegaan;
     
  • er was recht op een transitievergoeding; en
     
  • de werkgever heeft de transitievergoeding volledig betaald.

Om het bovenstaande te kunnen bewijzen, zal de werkgever hiertoe in ieder geval de volgende gegevens dienen te verstrekken:

  • de arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer. Mocht deze niet meer in het bezit zijn van de werkgever, dan kan de werkgever door middel van een print van de salarisadministratie met de datum in dienst of een loonstrook met de datum in dienst het dienstverband alsnog bewijzen. Het is echter verstandig om dit goed af te stemmen met het UWV;
     
  • bescheiden waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (denk bijvoorbeeld aan een beëindigingsovereenkomst waarin dit expliciet is neergelegd of een opzeggingsbrief na verkregen toestemming van het UWV);
     
  • wanneer de arbeidsovereenkomst niet is opgezegd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid na toestemming van het UWV: een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek was op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigde, de periode gedurende welke de werknemer ziek is geweest en de naam van de behandelend bedrijfsarts;
     
  • het door de werkgever tijdens ziekte betaalde loon (aan de hand van loonstroken);
     
  • de gegevens die gebruikt zijn om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen; en
     
  • bewijs van betaling van de (transitie)vergoeding (bankafschrift of loonstrook). Bij betaling in termijnen zullen betalingsbewijzen moeten worden overlegd waaruit blijkt dat de gehele vergoeding is voldaan.

Het is dan ook aan te raden om de personeelsadministratie in dit kader goed op orde te hebben en te houden.

(ii) Aanvraagtermijn

De aanvraag wordt door het UWV afgewezen, indien deze wordt ingediend: (i) voordat de volledige vergoeding in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer is verstrekt of (ii) meer dan zes maanden na de dag waarop de werkgever de volledige vergoeding aan de werknemer heeft verstrekt. Indien de werkgever de aanvraag niet tijdig doet, zal hij niet gecompenseerd worden voor de verschuldigde Xella-vergoeding. Het is dus van groot belang om de termijnen goed in de gaten te houden.

(iii) Digitale aanvraagprocedure

De compensatie dient verplicht digitaal te worden aangevraagd via het UWV-werkgeversportaal. In dit werkgeversportaal kan beveiligd worden ingelogd met E-herkenning. Indien een werkgever nog geen werkgeversportaal met E-herkenning heeft, dient de E-herkenning te worden aangevraagd. Dit kan enkele weken duren. Mocht de aanvraag door de juridische gemachtigde van werkgever worden gedaan, dienen de juiste volmachten te worden geregeld, zodat de gemachtigde dit via het eigen werkgeverportaal kan indienen. Het verkrijgen van een volmacht in het werkgeversportaal kan ook enkele weken duren. Het is daarom aan te bevelen hier tijdig naar de kijken, zodat de aanvraag binnen de termijn kan worden gedaan.

Een papieren aanvraag is uitsluitend mogelijk voor specifieke doelgroepen (eg buitenlandse werkgevers zonder KvK nummer, PGB-houders). Een papieren aanvraag kan in een dergelijk geval worden opgevraagd via het Klant Contact Centrum van UWV.

(iv) Maximumhoogte compensatie

De compensatie bedraagt nooit meer dan: (i) het bedrag dat de werkgever aan de werknemer verschuldigd zou zijn bij het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de termijn van 104 weken en (ii) het bedrag dat daadwerkelijk betaald is.

Werkgevers dienen erop bedacht te zijn dat de door de werkgever te verkrijgen compensatie van het UWV onder omstandigheden lager kan zijn dan het bedrag aan (transitie)vergoeding waarop de werknemer recht zou hebben bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een verlengde loondoorbetalingsverplichting bestaat als gevolg van een opgelegde loonsanctie. De periode waarin een loonsanctie is opgelegd, telt niet mee bij berekening van de compensatie, terwijl de werknemer conform de Xella-beschikking wel recht heeft op dit gedeelte van de transitievergoeding.

Conclusie

De heersende lijn in de lagere rechtspraak lijkt te zijn dat werkgevers verplicht zijn in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van het slapend dienstverband onder toekenning van de Xella-vergoeding, indien deze vergoeding voor compensatie door het UWV in aanmerking komt. Compensatie lijkt daarmee key te zijn voor de verschuldigdheid van de Xella-vergoeding.

Dat een werkgever in aanmerking komt voor compensatie, wil nog niet zeggen dat hij deze compensatie ook veilig kan stellen. Daarvoor zijn, zoals hierboven besproken, de volgende elementen cruciaal in het kader van het doen van een aanvraag ter compensatie:

  • de personeelsadministratie dient op orde te zijn om te kunnen aantonen dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van de compensatie;
     
  • de aanvraagtermijnen dienen goed in de gaten te worden gehouden;
     
  • de aanvraag dient tijdig te worden voorbereid, mede gelet op de digitale aanvraagprocedure; en
     
  • rekening dient te worden gehouden met de maximumhoogte van de compensatie en dat mogelijkerwijs niet de gehele verschuldigde Xella-vergoeding zal worden gecompenseerd.

 

Voetnoten:

1 HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734.

2 Zie bijv.: Rb. Amsterdam 19 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:997;
   Rb. Amsterdam 28 augustus 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:5427;
   Rb. Midden-Nederland 19 februari 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:563;
   Rb. Overijssel 11 januari 2021, ECLI:NL:RBOVE:2021:191,
   Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 oktober 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8645;
   Gerechtshof Amsterdam  26 januari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:197.
   Zie anders: Rb. Noord-Holland 23 december 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:10491;
   Rb. Noord Holland 25 maart 2020, ECLI:NL:NHO:2020:2421;
   Rb. Noord-Nederland 21 februari 2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:912;
   Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:31.

 

Contact Information
Chelsea Gunning
Associate Employment at A&O Shearman
+31 20 674 1537